Vernieling, Herstel en Toekomst van het Seinwezen der Nederlandsche Spoorwegen

Toen een paar jaar geleden (helaas) de flexplekken werden geintroduceerd bij Movares is er heel wat papier de container ingegaan. Dat was de aanleiding om de oranje curusboeken te scannen en bij de IRSE Nederland online te zetten. Voor ze definitief verloren zouden zijn. Ik kreeg toen van Frans Verweij nog wat documenten. Letterlijk in “de oude doos”. Eén daarvan had ik nog niet eerder gezien. Het is een overdruk uit het weekblad “De Ingenieur” over een lezing die ir J.H. Verstegen op 27 juni 1946 hield voor de “Afdeeling voor Verkeer en Verkeerstechiek” van het Koninkljk Instituut Van Ingenieurs. De lezing bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt beschreven in welke staat van vernieling de seinwezen installaties werden “aangetroffen” na de bevrijding, vermoedelijk toen de spoorweg beambten na de spoorwegstaking weer aan het werk gingen. In juni 1946 bwordt een soort balans opgemaakt van wat vernietigd of geroofd was en wordt verhaald over hoe het bedrijf weer op gang werd geholpen. In het tweede deel ontvouwt Verstegen zijn visie op de toekomst van het seinwezen. Hij gaat diep in op de voors en tegens van verschillende seinstelsels en werkt zo toe naar wat uiteindelijk het door hem ontworpen seinstelsel 1946 zou worden, dat van 1949 tot 1955 indienst was. We lezen ook over de eerste contacten met de General Railway Signal company en de voorbereidingen voor de proeven met de NX relaisbeveiliging in Wolfheze en over de onderhandelingen voor wat de eerste NX stationsbeveiliging in ’s Hertogenbosch zou worden. Er wordt zelfs al gerept van automatische treinbeheersing. De constatering “Echter stel ik mij voor dat het nog wel even zal duren, omdat er zoveel noodigers voorloopig te doen valt”, zat er ook niet ver naast.

Hier is de link naar het artikel Vernieling, Herstel en Toekomst van het Seinwezen der Nederlandsche Spoorwegen

© Wim Coenraad 2023